Harald74 schreef:
Hugo schreef:
Heb je het hier over concerten of ook over de repetities?
Vooral over repetities en dan eigenlijk ook nog specifiek met een van de twee verenigingen. Vereniging 1 is een brassband in de 4e divisie met de nodige issues op gebied van stemming, vereniging 2 een fanfare in de 1e divisie. Ik ervaar vooral problemen in de brassband. Met name oktaafparallelen zijn erg moeilijk zuiver te krijgen, moet buitengewoon veel corrigeren en dat is dodelijk voor de embouchure en daar wordt ik dan weer onzeker van.
Merk trouwens dat ik onbewust mijn eerste vraag wat heb aangepast
Het antwoord zit waarschijnlijk al in je aanhef: "All over the place", alleen is het niet jij "all over the place", maar de mensen om je heen.....
Hoe ik het zie:
Als je probeert octaaf-parallellen (of welk ander interval ook) zuiver te spelen, moet de andere partij ook naar diezelfde zuiverheid op zoek zijn, anders is het dweilen met de kraan open. Bv. een niet ge(s)temde bas maakt het haast onmogelijk om goed een akkoord op te stapelen: je past niet in zijn boventonen! In dat soort gevallen kan je alleen van jezelf uitgaan, en hopen dat je een houvast bent voor muzikanten om je heen. Dit kost heel veel inspanning en leidt enorm af van muziekmaken....
Mijn ervaring is: Hoe beter de muzikanten om je heen, hoe beter je zelf speelt. Beter spelen is bijna altijd ook makkelijker spelen, en je kan het veel langer volhouden.
Ik speel voornamelijk 1e trompetpartijen, 1e afdeling harmonie en bigband, en dus vaak de topnoten van een melodie/akkoord (dat doe jij ook met de sop, lijkt me), en ik bekijk het altijd zo:
óf ik kan mijn noten op de rest leggen ( = makkie) óf iedereen hangt aan mijn noten ( = moeizaam)
Mijn advies: blijf bij jezelf als de rest niet naar jou toekomt. Stemmen en mengen
moet van twee kanten komen.